Tag Archive for enquête

Raad start discussie met bewoners over Delflandplein

Wat vindt u van de rotonde op het Delfland plein?
Vlak voor de zomer zijn de resultaten van een verkeersveiligheidsonderzoek bekend gemaakt door de gemeente Delft. Deze resultaten zullen binnenkort in de gemeenteraad besproken gaan worden om het plein veiliger te maken!
Lees verder

Nieuwe poll: Horen onder ede?

Vorige week heeft de werkgroep, vanuit de gemeenteraad, het eindrapport grote projecten gepresenteerd. De commissiebehandeling over het eindrapport vindt plaats op 26 januari 2016 en besluitvorming in de gemeenteraadsvergadering van februari 2016.
Lees verder

Democratie versus referendum?

Terwijl wij, de westerse wereld, ons inspannen om een democratische staatsinrichting naar alle uithoeken van de wereld te exporteren, worden we in onze stad steeds weer geconfronteerd met de nadelen van democratie. Lees verder

Uitslag enquête parkeerbeleid

parkeer

De wijk Westerkwartier, Olofsbuurt heeft onlangs een enquête gehouden onder de bewoners over het nieuwe parkeerbeleid. De conclusie is dat de wijk ontevreden is over het nieuwe parkeerbeleid. Men is ontevreden over de verruiming van de bloktijden en de invoering van de digitale bezoekerskaart. Lees verder

Bom onder Ondernemersfonds?

Recentelijk heeft het bestuur van het Ondernemersfonds een enquête uitgevoerd onder de ondernemers om te zien of men tevreden is over dit fonds. Alle ondernemers en ook bijvoorbeeld sportverenigingen betalen via de OZB aanslag verplicht extra. Dit extra bedrag wordt door de gemeente overgemaakt naar het Ondernemersfonds.

Stadsbelangen Delft heeft met interesse het evaluatierapport gelezen en vond het schokkend te lezen dat het Ondernemersfonds van mening is, dat dit fonds moet worden voortgezet en daarmee de ondernemers verplicht extra op de OZB moeten bijdragen.

Als je het rapport kritisch leest, zou je zonder een woord van de tekst te veranderen, met hetzelfde gemak de conclusie kunnen trekken dat niet doorgegaan moet worden met het Ondernemersfonds.

Van de bijna 3.000 enquêteformulieren die zijn uitgezet onder ondernemers, zijn nog geen 300 formulieren terug ontvangen. Slechts 8% van de ondernemers hebben gereageerd. Afgevraagd moet worden of deze zeer beperkte respons representatief kan worden genoemd voor de conclusies die het Ondernemersfonds trekt op basis van het evaluatierapport. Ook de conclusie om hiermee door te gaan. Op geen enkele wijze was in het enquêteformulier de vraag gesteld of ondernemers en sportverenigingen van mening zijn dat dit fonds wel of niet moet worden voortgezet.

Een deel van de retour ontvangen formulieren gaf aan, dat er ondernemers zijn die niet eens weten dat zij via de OZB meebetalen aan dit fonds. Een aantal sportverenigingen hebben onze fractie laten weten helemaal geen idee te hebben dat zij meebetalen aan het Ondernemersfonds. Dat lijkt logisch, want dit staat ook niet apart vermeld op de OZB aanslag. Aan het aanslagbiljet kan dus niet worden afgeleid, of er een verplichte bijdrage wordt geleverd aan het Ondernemersfonds.

Ook over waar het geld aan wordt besteed, hebben ondernemers weinig invloed, behalve een beperkte groep ondernemers die zich graag laten zien op borrel- en netwerkbijeenkomsten. Waarom moet een open dag bij DSM door het Ondernemersfonds worden gefinancierd of elektrische laadpalen in de TU wijk? Het ligt toch meer voor de hand dat dergelijke  activiteiten voor wat betreft deze voorbeelden door respectievelijk DSM en de TU worden gefinancierd? En dan hebben we het nog niet over het mooie project ‘boerenkool met bubbels’. En dat in een tijd waar veel ondernemers moeite hebben hun hoofd boven water te houden, soms failliet gaan, maar wel mee moeten betalen aan speeltjes van enkelen.

Stadsbelangen Delft heeft in de raadsvergadering aangegeven dit jaar nog met de wethouder en raad in gesprek te willen gaan over dit evaluatierapport en dan pas voor 2014 een besluit te nemen over het al dan niet doorgaan met het extra innen van gelden bij ondernemers via de OZB. De wethouder zegde toe het evaluatierapport dit jaar nog aan de raad te sturen. Wat Stadsbelangen Delft betreft is het lang niet zeker, dat dit Ondernemersfonds op deze wijze moet worden voortgezet.

Lees hier het rapport:
evaluatierapport

Fractie Stadsbelangen Delft
Aad Meuleman

 

Enquête Nadeelcompensatie

IMG_0697 (800x776)De fracties van de VVD, de SP en Stadsbelangen Delft onderzoeken op dit moment de regeling Nadeelcompensatie in relatie tot het Spoorzonegebied. In de afgelopen periode zijn claims ingediend zowel bij ProRail als de gemeente Delft.

De fracties willen onderzoeken hoe de ervaringen zijn over de behandeling en afhandeling van deze claims. Met name willen de fracties inzicht hebben in  de redenen waarom claims werden toegekend dan wel afgewezen.

De enquêteformulieren worden verspreid bij ondernemers en bewoners rond het Spoorgebied. De antwoorden op de gestelde vragen, kunnen de fracties  helpen om te bezien of aanpassing van de regeling Nadeelcompensatie al dan niet noodzakelijk is.

Fractie Stadsbelangen Delft – Aad Meuleman
Fractie VVD – Lennart Harpe
Fractie SP – Maurits Bongers

Enquête
Vraag 1.
Bent u bewoner of ondernemer in het Spoorzonegebied?

o ondernemer
o bewoner

Vraag 2.
Wat voor soort schade heeft u geclaimd?

o bouwschade
o nadeelcompensatie
o anders, nl……………………………….

Vraag 3.
Bent u tevreden over de wijze waarop uw claim werd behandeld?

o ja
o nee

Vraag 4.
Bent u tevreden over de termijn waarbinnen uw claim werd afgehandeld?

o ja
o nee

Vraag 5.
Werd uw claim gehonoreerd?

o ja
o nee

Vraag 6.
Indien uw claim niet werd gehonoreerd, was de afwijzing van uw claim door de gemeente dan voldoende onderbouwd?

0 ja
0 nee

Indien u vraag 6 met nee hebt beantwoord, graag  aangeven waarom u dat vindt.

Vraag 7.
Kon u zich vinden in de genomen beslissing over uw claim?

o ja
o nee

Vraag 8.
Als u zich niet kon vinden in de afwijzing van uw claim, graag uw argumenten hiervoor aangeven.

Vraag 9.
Indien uw claim werd afgewezen, heeft u dan vervolgacties ondernomen?

o zo ja, welke……………………………….
o zo nee, waarom niet……………………

Ruimte voor aanvullende opmerkingen:

Als u door genoemde fracties wil worden geïnformeerd over de voortgang van ons onderzoek, dan kunt u dit onderstaand aangeven:

O ja, ik wil worden geïnformeerd.

Naam:
Adres:
Telnr.:
Email:

VVD                                      Lennart Harpe
SP                                          Maurits Bongers
Stadsbelangen Delft      Aad Meuleman; ameul@ziggo.nl

Beweging raad integriteitsonderzoek

Bewegen (800x300)Bij het afleggen van de eed of belofte beloven bestuurders en raadsleden het algemeen belang te zullen dienen. Geen persoonlijke belangen, maar het belang van de stad of te wel het stadsbelang! En hoewel in aanvang deze affaire te maken had met de vraag of een oud wethouder al dan niet onbehoorlijk gedrag vertoonde, het gaat hier dus om het belang van de stad, is deze kwestie als je deze analyseert in feite een simpele aangelegenheid, waarin een oud wethouder onacceptabel opereert en die politiek Delft de afgelopen jaren onnodig heeft bezig gehouden. Stadsbelangen Delft heeft vanavond geen enkele behoefte deze hele affaire vanavond nog eens de revue te laten passeren. In de raadsvergadering van 24 februari 2011 heeft onze fractie in het afrondende debat over deze affaire politiek een streep gezet en die streep staat nog steeds! Vanavond ligt het integriteitonderzoek voor. Wij zullen ingaan op het rapport, de conclusies van het onderzoek en de toekomst. 

Algemeen
Een affaire, waarbij in aanvang een restauranthouder het doel had een bestuurder bewust te chanteren, gekenmerkt werd door snelle juridisering voordat de raad hierover voor het eerst kon spreken, door het gebruik van vooral berichtgeving via websites en andere media, waarbij meestal geen moeite werd gedaan beweringen met feiten te onderbouwen, de beeldvorming enorm werd opgeblazen, een affaire dat veel geld heeft gekost, stapels papier heeft opgeleverd en vanuit menselijk oogpunt bezien alleen maar verliezers kent. Beschadiging van personen en hun gezinnen. Recentelijk hebben we gezien dat discussies en publicaties, die vooral via websites en social media onder de vlag van vrijheid van meningsuiting worden gevoerd zelfs kan leiden tot zelfmoord. Bedoelde zelfmoord van een jongeman leidde zelfs tot een scherpe en terechte kritische reactie van, zo werd bedoelde reactie ondertekend door, ‘een verdrietige moeder’.

Het sterkt ons in de gedachten, zoals ook aangegeven in het onderzoeksrapport, dat dit soort kwesties vooral politiek bestuurlijk op basis van feiten moeten worden opgelost in plaats van de weg van juridisering te volgen. Onze opvatting was en is, dat een politiek bestuurlijke oplossing sneller en goedkoper werkt, met positieve credits voor de boodschapper, dan nu in deze situatie het geval is geweest. Dat was en is ook altijd de kern van onze kritiek geweest over deze, zoals ik al aangaf, in de kern simpele en ook onacceptabele situatie. Overigens een situatie die volgens de onderzoekers een novum was dan wel is geworden in gemeenteland. 

Onderzoek
Voorzitter, Uiteindelijk heeft de burgemeester aan de CvK gevraagd naar een extern onafhankelijk onderzoek over zijn integriteit. Daar is moed en lef voor nodig, maar gedwongen door gekleurde publicaties en TV uitzendingen was dit de enige juiste keuze. Voor zover ons bekend de enige inwoner in onze stad die om een dergelijk onderzoek vraagt en waarbij de persoonlijke integriteit positief wordt beoordeeld. De CvK is niet over één nacht ijs gegaan. Hij heeft zich nadrukkelijk laten adviseren over de vraag of een dergelijk onderzoek zinvol zou zijn en vervolgens in overleg met externe deskundigen een concept onderzoekmethode met vijf onderzoeksvragen voorgesteld, waarin alleen de rol van de heer Verkerk werd onderzocht. 

Hierbij heeft hij aan alle fractievoorzitters, behalve de heer van Koppen, die niet aanwezig kon zijn, de heer Stoelinga was wel aanwezig, gevraagd of men steun kon geven aan het voorgestelde onderzoek en de opzet daarvan.  Vervolgens heeft hij ook de vraag gesteld of iedereen bereid was de resultaten van het onderzoek objectief te willen meewegen bij het politieke oordeel over het onderzoeksrapport. Unaniem werden  deze vragen volmondig met ja beantwoord.  Daarnaast heeft de CvK in het gesprek met de fractievoorzitters in juni 2012 aangegeven, dat hij uiteindelijk op basis van het rapport zijn conclusie hierover aan de heer Verkerk en de gemeenteraad zou geven.

Wij moeten helaas constateren dat zowel de heer Stoelinga als de heer de Wit, ondanks hun ja-woord tegenover der CvK, ruim voordat het eindrapport werd gepresenteerd, al hun definitieve conclusie over de persoon Verkerk hadden ingenomen en dat welke conclusie dan ook uit welk onderzoek daarop geen enkel verschil had gemaakt. Dat is jammer.  Het trieste is, zoals ik in het begin van mijn betoog al aangaf, dat, nu na alle wolken zijn opgetrokken, mensen zijn beschadigd, deze affaire onnodig veel geld heeft gekost, in feite overblijft dat er een wethouder was, waarvan de wijze van opereren als bestuurder onacceptabel was. Niets meer en niets minder. Stadsbelangen Delft durft te stelling aan dat geen enkel ander extern onafhankelijk onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid.

De Cvk heeft zich tijdens het onderzoek niet bemoeid met het onderzoek zelf en een volstrekt onafhankelijke houding ingenomen. Hoewel opdrachtgever heeft hij deze opdracht gedelegeerd aan een begeleidingscommissie van onafhankelijke externe deskundigen en een onafhankelijk extern bureau die het onderzoek deed met instemming van de fractievoorzitters en de heer Stoelinga . Maar liefst 173 documenten werden bij dit onderzoek betrokken en diverse mensen werden gehoord. Hierbij zij nog opgemerkt dat het onderzoek uitgebreider werd dan wellicht was bedoeld door de burgemeester toen hij om een onderzoek naar zijn integriteit vroeg. Stadsbelangen Delft kan niet anders dan waardering uitspreken voor de wijze waarop dit onderzoek is voorbereid en verricht.

Conclusies
Bij de eerste drie onderzoeksvragen toont het onderzoek aan dat de geuite en aangedikte niet op feite beruste jarenlange verdachtmakingen in relatie tot de heer Verkerk over de grondactie met Zegwaard en het telefoongesprek tussen Balje en Verkerk naar onze mening op basis van feiten in dit rapport duidelijk zijn weerlegd. 

Ook waar het gaat over de wijze waarop de burgemeester door zowel Daga als Stoelinga geattendeerd zou zijn op de kwestie Balje. Het rapport geeft hierbij op basis van feiten aan dat de heer Daga hierover tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en de heer Stoelinga bij de rijksrecherche heeft verklaard dat hij de heer Verkerk niet inhoudelijk heeft geïnformeerd over wat hij op de band had gezien.  De burgemeester heeft volgens het onderzoek hierbij correct gehandeld door beiden te verwijzen naar wethouder Balje. Stadsbelangen Delft onderschrijft de conclusies over de eerste drie onderzoeksvragen en vindt dat dit onafhankelijke externe onderzoeksrapport op basis van feiten heeft aangetoond dat er geen twijfels zijn over de wijze waarop de burgemeester in deze drie situaties heeft gehandeld.

Bij de laatste twee onderzoeksvragen wordt door de onderzoekscommissie kritische kanttekeningen gemaakt over de handelwijze van het college en de gemeenteraad en over het feit dat de burgemeester meer zijn onafhankelijke rol als burgemeester in deze kwestie had kunnen innemen.

Hierbij zij opgemerkt, dat de gemeenteraad en het college, zij het in andere bewoordingen, naar aanleiding van het enquêteverzoek van de heer Stoelinga, in begin 2011 zelf al de conclusie had getrokken en voor de toekomst zaken heeft vastgelegd, hoe te handelen mocht zich weer een dergelijke situatie voor doen. Wat dat betreft heeft de gemeenteraad, maar ook het college en de heer Verkerk hun les geleerd uit deze casus……… mede dankzij de heer Stoelinga.

Overigens troffen wij in het rapport op blz. 52 nog een belangrijke alinea aan. Het rapport zegt oa.(citaat): ‘In het algemeen zegt een integriteitvraagstuk als het onderhavige iets over het functioneren van het systeem (raad-college en ambtelijke top) in zijn geheel, niet louter over het functioneren van één functionaris in dat systeem.’ (einde citaat) Het gaat dus niet alleen over de heer Verkerk, maar over iedereen, die hierbij betrokken is geweest. Dit betekent naar onze mening dat ieders rol onderzocht had moeten worden om tot een zuivere afweging te kunnen komen. Wij hebben dit in februari jl. ook voorgesteld, maar hiervoor bleek in de raad geen draagvlak.

Het rapport geeft aan, dat de rol van de burgemeester zorgvuldiger en onafhankelijker had gekund. De stellende trap van deze woorden is nog altijd zorgvuldig en onafhankelijk. Het blijkt maar weer eens, dat achteraf oordelen een stuk gemakkelijker is, dan vooraf de juiste beslissingen nemen in een situatie die werd gekenmerkt door de volgorde der dingen en de vele, ook onvoorspelbare, nuances, die hierbij een rol hebben gespeeld. De vraag is of de terechte kritische kanttekening consequenties moet hebben voor de burgemeester in zijn tweede en wellicht laatste ambtstermijn. Onze fractie is van mening, ook op basis van wat ik zojuist uit het onderzoeksrapport heb geciteerd, dat dit nu niet aan de orde is. Bij een eventuele herhaling wordt dit lastiger.

Toekomst
Hoe verder? De onderzoekscommissie spreekt van verstoorde politieke verhoudingen in het Delftse bestuur en gemeenteraad onderling. Stadsbelangen Delft kan deze conclusie volgen daar waar het gaat om de gondelaffaire. Wij vinden de aanbeveling van de onderzoekscommissie en de CvK op dit punt te zwaar aangezet. Dat neemt niet weg, dat wij deze opmerking van de onderzoekscommissie en de CvK wel begrijpen.

Wij schatten in dat het niet eenvoudig zal zijn de verhoudingen te herstellen als niet iedereen de wil heeft om te bewegen. De Cvk heeft laten weten dat hij de Delftse gemeenteraad hinderlijk zal blijven volgen. Wij zijn benieuwd of hij daarmee al is begonnen gezien de diverse publicaties, inclusief toonzetting, die nu al weer op een ander speelveld zijn verschenen na de presentatie van het rapport. Dat draagt niet bij aan het herstellen van politieke verhoudingen. Eerder verwijdering en dat is niet wat Delft nodig heeft.  Nodig is om in gesprek met elkaar te gaan en vooral te blijven. Stadsbelangen Delft is bereid die beweging te maken. Het ligt voor de hand dat er ook gesprekken worden aangegaan met de heer Stoelinga. De burgemeester heeft aangegeven gesprekken te willen voeren met alle fractievoorzitters en dat hij met een Plan van Aanpak zal komen.

Conclusie
Stadsbelangen Delft onderschrijft de conclusies van dit rapport. Het wordt nu tijd zaken die nog moeten worden opgelost zo snel mogelijk op te lossen en deze kwestie achter ons te laten. Wij roepen alle raadsleden op zich bezig te houden met waarvoor de kiezer hen mandaat heeft gegeven, namelijk het besturen van onze stad.

Fractie Stadsbelangen Delft
Aad Meuleman

Raad 24 februari 2011

raadzaalIn de gemeenteraadsvergadering van 24 februari 2011 kwamen diverse zaken aan de orde.
Milieu Effecten Rapportage Delft Zuidoost
Stadsbelangen is akkoord gegaan met de Milieu Effecten Rapportage Delft Zuidoost. De rapportage geeft als uitkomst dat geplande ontwikkelingen in dit gebied qua milieueffecten mogelijk zijn. Dat neemt niet weg dat over de exacte invulling van de plannen nog het nodige moet worden uitgewerkt. Het gaat hier dan onder andere om zaken als het totaal aantal te bouwen woningen, de parkeerproblematiek, de verkeersafwikkeling en blauw/groen. Al deze nieuwe plannen zullen niet tegelijkertijd worden gepresenteerd of uitgewerkt. Het risico bestaat dus dat in relatie tot de MER een totaal overzicht wordt verloren en straks niet meer duidelijk is of daaraan wordt voldaan. Stadsbelangen heeft er bij het college op aangedrongen er voor te zorgen dat toekomstige plannen zowel voor de raad als de inwoners in het gebied controleerbaar blijven, zodat alle plannen aan de MER zullen voldoen. Daarnaast viel op dat het college en ook andere fracties alleen maar spreken over de TU en de bewonersorganisatie TU Noord als spelers in dit gebied. Stadsbelangen heeft gewezen op het feit dat er meerdere spelers een belangrijke rol hebben, zoals de bewoners van de Wippolder, de Botanische tuin en de ondernemers van het Deltechpark. Ook zij moeten vooraf worden betrokken bij de verdere uitwerking van de plannen. Het college deed ook die toezegging.
Veilig uitgaan
Het was al duidelijk dat het college en de meerderheid van de raad geen voorstander waren van cameratoezicht in het uitgaansgebied. Stadsbelangen heeft altijd het standpunt ingenomen dat, naast meer blauw op straat, cameratoezicht een belangrijke meerwaarde kan zijn als het gaat om enerzijds het veiligheidsgevoel (preventie)en anderzijds een belangrijk middel is om geweldsincidenten op te lossen. De praktijk bewijst dat iedere dag opnieuw. De coalitiefracties hebben hierover een andere mening en denken dit te kunnen oplossen met het extra inhuren van twee toezichthouders zonder bevoegdheden voor een aantal uren per week.  Burgemeester Verkerk en de politie, tot voor kort voorstanders van cameratoezicht, lijken onder druk van de huidige coalitiepartijen niet meer zo gecharmeerd te zijn van cameratoezicht. Vreemd. Stadsbelangen heeft met de VVD een motie ingediend om, als er dan toch sprake moet zijn van het inhuren van extra menskracht, dat het beter is om extra politiecapaciteit in te huren dan toezichthouders zonder bevoegdheid. De motie werd verworpen. Stadsbelangen is uiteindelijk niet akkoord gegaan met het voorstel van het college om twee toezichthouders in te huren zonder bevoegdheden.
Afronding Enquêteverzoek 
Het voorstel was een uitvoering van het besluit, dat de gemeenteraad tijdens het de raadvergadering van
14 december 2010 heeft genomen over het enquêteverzoek.  Het  presidium heeft naar aanleiding van dat besluit, dat is ook haar taak, daaraan procedureel uitvoering gegeven en de griffie verzocht een voorstel voor te bereiden. Het is vervolgens aan de gemeenteraad te beslissen of men daarover wel of niet wil debatteren. Alle fracties, met uitzondering van OD en LD, wilden dit voorstel in de raad bespreken.

In ieder geval  is naar de toekomst vastgesteld dat, mocht Delft ooit weer met een dergelijke kwestie worden geconfronteerd (wat niet te hopen is), er altijd een extern onderzoek zal plaatsvinden. Ook zal het geven van eventuele financiële steun aan college- of raadsleden vooraf in de gemeenteraad moeten worden besproken.

Daarnaast heeft de raad aangegeven, hoe zij voortaan dergelijke kwesties aan de orde wil stellen. Stadsbelangen vindt het voor Delft pure winst dat voor de toekomst deze kader stellende afspraken door de gemeenteraad zijn vastgelegd. Dan kan daarover geen discussie meer ontstaan. 

Fractie Stadsbelangen Delft    

Geen enquête instrument

enqueteHet enquête verzoek zelf
Het verzoek van de heer Stoelinga om het enquête instrument in te zetten is op zichzelf een bijzonder verzoek te noemen. Te meer, omdat de heer Stoelinga in eerste instantie aangaf, de uitkomsten van een dergelijk onderzoek te willen gebruiken als onderbouwing voor zijn schadeclaim richting de gemeente. (eis: ruim € 600.000,– gemeenschapsgeld) In de raadsvergadering stelde de heer Stoelinga, dat hij de griffie had laten weten dat dit niet de reden was voor zijn verzoek. Hij zou dat per email hebben aangegeven. Het verzoek van de heer Stoelinga was mede ingegeven door de uitspraak van het Gerechtshof van Den Haag, dd. 16 maart 2010. 

Het enquête instrument is naar onze mening bedoeld om te onderzoeken hoe zaken in het verleden zijn gegaan, welke lessen daaruit geleerd kunnen worden en hoe we zaken voor de toekomst anders inregelen. Het wordt tijd dat deze kwestie, die de stad al jaren in haar greep houdt, politiek wordt afgerond. Een eventueel vervolg moeten advocaten van partijen onderling uitvechten in de toekomst. Stadsbelangen vindt het dan ook terecht dat de fractievoorzitters besloten een werkgroep in te stellen om een advies voor te bereiden richting raad over het verzoek van Stoelinga.

Procedure
Onze indruk is dat de werkgroep het verzoek van de heer Stoelinga serieus heeft onderzocht. Hem is gevraagd zijn verzoek concreet te maken. Dat heeft geleid tot een viertal hoofdvragen, die hijzelf onderzocht wilde hebben. Daarbij heeft de werkgroep zowel hem als het college de gelegenheid gegeven alle stukken, voor zover deze in het openbare dossier niet aanwezig waren, alsnog in te leveren bij de werkgroep. Dat hebben beiden gedaan én bevestigd.  Een dag voor de vergadering meldde de heer Stoelinga plotseling dat hij een you tube filmpje ‘vergeten’ was in te leveren. De raadsleden hebben allemaal, zij het in beslotenheid, de gelegenheid gehad dit filmpje te bekijken. Overigens is het bewuste filmpje ruim 6400 keer op you tube bekeken. Uiteindelijk ging het er dus om of de vier vragen, die de heer Stoelinga zelf onderzocht wilde hebben, het inzetten van een enquête instrument zou rechtvaardigen.

Advies
Inmiddels is gebleken dat het college alle stukken die betrekking hebben op dit dossier volledig openbaar heeft gemaakt. Behalve het procesverbaal waarbij een ambtenaar was betrokken. Stadsbelangen  is het met de werkgroep eens, dat de antwoorden op de vragen 2 en 3 te vinden zijn in het materiaal dat voorhanden is. Op basis van deze vragen is een enquête instrument niet nodig.

Voor wat betreft de vragen 1 en 4 vraagt de heer Stoelinga naar een oordeel van de gemeenteraad. Voor wat betreft vraag 1 heeft onze fractie in de raadsvergadering van november 2005 al een duidelijk oordeel gegeven over het interne onderzoek en mede een motie daarover ingediend. 

Over het interne onderzoek oordeelde Stadsbelangen in de raad van november 2005 als volgt:
(citaat raad november 2005) ‘Onze fractie vond het stuitend om te horen dat bij uw onderzoek de gesprekken met de acht ambtenaren niet schriftelijk zijn vastgelegd. Wij vinden dat een geweldig brevet van onzorgvuldig handelen, zowel aan de kant van de onderzoekers als aan de kant van de opdrachtgevers. Bij een kwestie die politiek zo gevoelig ligt, mag dergelijk amateurisme niet verwacht worden. Een opfriscursus voor het college hoe te handelen bij zorgvuldige onderzoeken ligt meer voor de hand dan een opfriscursus voor de ambtenaren.’

Een enquête onderzoek zou onze conclusie niet veranderen. Dat neemt niet weg dat de hoofdconclusie van destijds over vermeende corruptie nog altijd niet is bewezen dan wel dat de rechter een veroordeling heeft uitgesproken over Baljé. Sterker nog:  het Openbaar Ministerie zag destijds geen reden om oud wethouder Baljé te vervolgen voor corruptie en tot op de dag van vandaag is hij daarvoor ook niet veroordeeld. Dat neemt niet weg dat de handelswijze van deze oud wethouder wel degelijk onaanvaardbaar was. Ook daarover heeft Stadsbelangen in de raad van mei 2005 het volgende over gezegd.

(citaat)
‘Los van alle commotie van de laatste weken en hoe je ook mag denken over de manier waarop deze kwestie in de publiciteit is gebracht, zijn de werkwijze van de voormalige wethouder én de kwetsbaarheid van die werkwijze nadrukkelijk in beeld gebracht. Die werkwijze past naar onze mening niet bij de publieke functie van een bestuurder. Voormalig wethouder Baljé had zich dat moeten realiseren.’

De rechter mag in maart 2010 dan weliswaar vinden dat iemand zonder veroordeling beschuldigd en in feite publiekelijk veroordeeld mag worden, dit in het kader van vrije meningsuiting, maar dat wil niet zeggen dat onze fractie deze mening deelt. In mei 2005 zeiden wij daarover:
(citaat)
‘Wij kiezen niet voor een samenleving waarin mensen zonder enige vorm van privacy worden beschadigd en veroordeeld zonder dat beschuldigingen zijn bewezen of zonder dat de rechter hierover een oordeel heeft uitgesproken.’

Daarnaast hebben wij uitdrukkelijk aangegeven, dat misstanden altijd aan de orde moeten worden gesteld, maar wel binnen de daarvoor aangewezen mogelijkheden. De wijze waarop Leefbaar Delft dat destijds deed, zorgde ervoor dat Baljé de politieke arena voortijdig kon verlaten. Hierdoor kon hij politiek niet meer ter verantwoording worden geroepen. En dat was toen een gemiste kans.

In ieder geval meent onze fractie dat de werkgroep op zorgvuldige wijze tot een unaniem oordeel is gekomen en terecht adviseert om het enquête instrument, op basis van de vier hoofdvragen die de heer Stoelinga heeft gesteld, niet in te zetten.

Daarnaast zijn ook wij van mening dat een aantal zaken na de raadsvergadering van november 2005 qua discussie niet zijn afgerond. Het gaat dan over hoe zaken in het vervolg aan de orde te stellen, het  standaard inzetten van externe onderzoeken, hoe wordt omgegaan met het verstrekken van financiële vergoedingen aan raadsleden en bestuurders met betrekking tot gerechtelijke procedures. Het is goed dat de werkgroep dit advies aan de raad meegeeft. Het lijkt ons een goede zaak deze discussie over de aandachtspunten in januari te voeren en af te ronden.

Fractie Stadsbelangen Delft

De ‘doofpot’ feiten!

doofpotHet is alom bekend dat Martin Stoelinga vooral eigen inkleuringen geeft aan feiten die zich zouden hebben voorgedaan. Zo ook in zijn recente column over de gondel affaire.

Daarin stelt hij dat ik jaren geleden zou hebben gepleit voor een enquête onderzoek. Hij tracht dat te onderbouwen met krantenartikelen. Als je het krantenartikel van destijds leest, dan komt daar het woord enquête niet in voor. Daar heb ik ook nooit voor gepleit. Wel heb ik destijds gesproken over een extern onderzoek. Dat is iets anders dan het inzetten van het enquête-raadsinstrument.

Ook zou Stadsbelangen hebben gepleit voor het op non actief zetten van de burgemeester. Een dergelijke uitspraak werd in oktober 2005 gedaan door de voorzitter van het bestuur van Stadsbelangen. Stoelinga gaat voorbij aan het feit dat een bestuur en een fractie van een politieke partij eigen en gescheiden verantwoordelijkheden hebben. De fractie Stadsbelangen heeft zelf nooit een uitspraak gedaan over het op non actief zetten van de burgemeester naar aanleiding van deze kwestie.

Bovendien heeft er in de raad van 3 november 2005, mede op initiatief van de fractie Stadsbelangen, een uitgebreide discussie plaatsgevonden. De fractie Stadsbelangen is tijdens dat debat zeer kritisch geweest over de gang van zaken en heeft ook een motie van afkeuring met andere partijen ingediend. Een motie die door de meerderheid, lees coalitiepartijen van destijds, niet werd gesteund.

Stoelinga gaat ook voorbij aan het feit dat het huidige college dit jaar alle stukken over deze kwestie in het kader van de Wet Openbaar Bestuur heeft gepubliceerd. Een ieder kan daar kennis van nemen. Deze informatie was destijds, toen ik enkele jaren geleden sprak over een extern onderzoek, nog niet openbaar. Nu wel.

Momenteel is een werkgroep binnen de gemeenteraad serieus bezig een advies aan de gemeenteraad voor te bereiden over het enquête onderzoek van Stoelinga. Stoelinga heeft er ook recht op dat zijn vezoek van een serieus advies aan de raad wordt voorzien. Dat advies is er nog niet. De fractie Stadsbelangen wacht het advies van de werkgroep af en zal dan in de gemeenteraad daarover een oordeel geven. Het zou Stoelinga sieren hetzelfde te doen.

Aad Meuleman