Democratie versus referendum?

Terwijl wij, de westerse wereld, ons inspannen om een democratische staatsinrichting naar alle uithoeken van de wereld te exporteren, worden we in onze stad steeds weer geconfronteerd met de nadelen van democratie.

Een ideale samenleving inrichten, waar elke inwoner tevreden is, lijkt welhaast onmogelijk . Maar om dat via democratische principes te proberen, is toch wel het meest kansrijk. Echter vertegenwoordigers van ‘de meerderheid’ dienen dan wel degelijk rekening te houden met ‘de minderheid’.

Dit essentiële onderdeel van het democratisch principe lijkt, in Delft, volledig verdwenen. Toen wij vorig jaar aan toenmalig wethouder Junius, die om een breed draagvlak wilde in een ingewikkelde kwestie, vroegen wanneer zij het door haar voorgestelde beleid zou doorzetten, antwoordde ze (pijnlijk eerlijk) : bij 51 procent gaan wij door! Niet om haar nu persoonlijk aan te vallen, maar dit is een voorbeeld en lijkt symptomatisch voor bestuurders in onze stad. Dat de mening van 49 procent van de (vertegenwoordigers van) de kiezer er dan helemaal niet toe doet lijkt mij niet juist.

Conclusie is dat onze stad wordt bestuurd door een vrij stabiele club bestuurders, die telkens weer op een meerderheid van de kiezer kunnen rekenen. Deze club bestaat traditioneel uit PvdA en Groen Links (de afgelopen 8 jaar dankzij Pechtold ook uit D66), aangevuld met partijen die bereid zijn in de linkse pas te lopen. Met name afwisselend het CDA en de VVD , die zich laten gebruiken om de linkse doctrine te laten ‘zegevieren ‘. Dat geeft te denken. Het lijkt erop dat deze partijen koste wat het kost een wethouder willen leveren omdat hun nationale vertegenwoordigers  hierop (kwantitatief) afgerekend worden.

Vaste afspraak in Delft is dat coalitiepartijen elkaars wethouders te allen tijde steunen; zo houd je elkaar aan ‘de macht’. Dat dit principe stand houdt komt vooral omdat wij, gelukkig, in een vrij en welvarend land leven en gemiddeld genomen vinden wij het ‘wel best’. We stemmen gewoon op de partij waar we vorige keer op stemden, vaak dezelfde partij waar onze ouders op stemden, zonder ons echt te verdiepen. Zonder nu angst aan te jagen, is het wel van belang te waarschuwen voor deze ‘gemakzucht’.

Er zijn er in Delft op onnavolgbare wijze gigantische bedragen doorheen gejaagd aan projecten, die faliekant mislukt zijn. Ondank waarschuwingen van onze partij, de SP en OD, maar dat was ‘de oppositie’, en daar hoef je dus geen rekening mee te houden.

Nu het college moet toegeven dat ze er financieel niet meer uitkomen en gaan bedelen bij andere overheden houden ze de gelederen gesloten. Een verzoek tot een enquête (een diepgravend onderzoek naar hoe het zo mis kon gaan), haalt wederom geen meerderheid. Moet dan toch niet het instrument van een referendum worden ingezet? Simpel een volksraadpleging!

In een eerlijke democratie moet je ervan uitgaan dat partijen voor de periode van vier jaar een mandaat van de kiezer heeft gekregen. Bij de volgende verkiezingen bepaalt de kiezer dan of ze het naar behoren hebben gedaan. Echter de kiezer wordt vierjaarlijks voorgelogen en van alles beloofd en helaas controleert (bijna) niemand wat partijen nu echt nakomen. Nu eens concreet de burger vragen of zij het nodig acht te onderzoeken waar tientallen miljoenen aan worden verkwist, lijkt een aardig, vooral een door D66 en Groen Links aangedragen instrument, om juist nu in te zetten.

Stadsbelangen Delft
Werner Bremer

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.